tekst: Kirsten van Santen
foto: Niels Westra
Leeuwarder Courant 26 januari 2024

Een uur lang samen in een tekst duiken, met volslagen onbekenden, in bibliotheek of boekhandel: dat levert talig vuurwerk, verrassende inzichten en onverwachte emoties op. Het project Mei-inoar lêze van City of Literature is een pareltje onder de leesbevorderingsprogramma’s.

Woensdagochtend, half twaalf. Na een uur samen teksten lezen met een groep mij volslagen onbekenden, slenter ik de gangen van dbieb in Leeuwarden door, op weg naar mijn fiets, maar mijn blik blijft hangen in de kasten waarin, zij aan zij, netjes in het gelid, de boeken en de bundels, de reisverslagen en de memoires staan. Ik kan me haast niet bedwingen, heb een niet te stillen leeshonger gekregen.

Drie teksten

Dat is een van de effecten van het project Mei-inoar lêze , een project van City of Literature, waarbij samen wordt gelezen in bibliotheken en boekhandels. De formule is eenvoudig: je komt opdagen, zonder voorbereiding, je hoeft je niet aan te melden en je hoeft niets mee te nemen, je hoeft niet eens belezen te zijn. Er is een warm zaaltje, een stoel, koffie en thee, een grote tafel met aan het hoofd dit keer Giny, gepensioneerd lerares, die ons drie teksten voorschotelt. Daar gaan we het, losjes, over hebben, we zien wel waar het schip strandt.

Experiment

Giny vertelt ons eerst de spelregels – eigenlijk zijn die er niet. Alles mag, alles kan, niets moet. Fries spreken is goed, Nederlands ook. Niemand hoeft zich voor het blok gezet te voelen, je hóéft niets te zeggen, alleen meeluisteren is ook prima.

Drie mannen en elf vrouwen zijn deze ochtend naar dbieb in Leeuwarden gekomen om het experiment met elkaar aan te gaan. Muisstil luisteren ze naar de eerste tekst die Giny voorleest, een uit het Engels vertaald gedicht van Elizabeth Bishop, getiteld Een kunst , over de kunst van het verliezen.

‘Verlies elke dag iets. Accepteer dat je / je sleutelbos niet vindt en je uren zoek raken. / De kunst van het verliezen leer je gauw.’

Samenleessessie in de dBieb, een nieuw project van City of Literature
Samenleessessie in de dBieb, een nieuw project van Leeuwarden City of Literature Foto: Niels Westra

,,Wie wil daar iets over zeggen?’’, opent Giny het gesprek. Al snel buitelen de opmerkingen over elkaar heen. Kees, een slechtziende, bijna blinde man, vertelt hoe lastig het is als hij wat kwijtraakt, een handschoen bijvoorbeeld. Iemand anders zoekt steeds naar haar bril – waar had ze die ook alweer neergelegd?

Diepere laag

Al snel krijgt het gesprek een diepere laag. Je kunt immers ook een geliefde verliezen, of een land. Dan heb je gelukkig de herinneringen nog. Lastiger wordt het als je ziek wordt, zoals Teatske, die neuropathie heeft in haar voeten, een aandoening die almaar erger wordt. Dan is ‘de kunst van het verliezen’ niet zo een, twee, drie voor mekaar. Als het ooit al lukt om je te verzoenen met je lot.

Kees, die uit ervaring spreekt, weet echter dat je kunt berusten in wat je overkomt, hoe erg ook. Dat is zwaar, hij ziet haast niets meer. ,,Ik krijg nooit meer een glimlach van iemand’’, vertelt hij. ,,Ik ben in zekere zin altijd alleen.’’ Maar er zijn lichtpuntjes: zo is hij veel meer van muziek gaan genieten.

Schelpen

Tijd voor het volgende fragment, van Chika Unigwe, een Nigeriaanse schrijver die in 2022 meedeed aan het schrijf- en voorleesproject Uitgesteld Geluk van City of Literature. Het fragment komt uit het korte verhaal Landmark Beach en gaat over iemand die over het strand loopt, bedroefd is, die iets zoekt, mijmert over haar verleden en over de troost die de zee kan bieden. ‘De schelpen wegen meer dan ze zouden moeten wegen, het zal het gewicht van mijn geheugen zijn.’

Die zin houdt de groep een tijdje bezig. Wat is hier aan de hand? Waarom wegen die schelpen zo zwaar? Giny brengt verlossing, want zij heeft het hele verhaal gelezen en weet: de hoofdpersoon is op het strand om de as van haar vader uit te strooien. Aha, knikt de groep eensgezind, ahaaa, nou, als je dat weet, lees je het fragment toch weer heel anders.

Achterkant van dingen

De sessie wordt afgesloten met een kort en bondig gedicht van Margerite Luitwielen dat op een muur in de Czaar Peterstraat in Amsterdam prijkt. Het gaat over ‘plekken waar het tocht / wanneer je er de bocht om gaat’. Die plekken, imperfect, zijn vaak zo mooi. ‘Geef mij maar de achterkant / van huizen en gebieden / waar elke groene spriet / omringd door scheve stenen / de droge grond uitschiet // Het onbedoeld gemaakt / gebied.’

Teatske zucht, ze vindt het een mooi gedicht. ,,Voor mij gaat dit over het tegenovergestelde van perfect zijn.’’ Iemand anders zegt: ,,Iets hoeft niet mooi te zijn om toch waardevol te zijn, zelfs als het anders bedoeld was.’’ Rindert is het daar roerend mee eens. Weg van de gebaande paden, verwaarloosde terreinen, juist daar vindt hij schoonheid, de esthetiek van het ongepolijste. En dan valt het kwartje bij een dame aan de overkant. ,,Dit gaat natuurlijk óók over mensen! Ik ben zelf zo iemand, ik houd veel meer van de achterkant van mensen, van de dingen die mensen je niet meteen vertellen!’’

Half twaalf, het is tijd, de sessie wordt afgerond. Iedereen verlaat de bijeenkomst een klein beetje anders dan dat hij of zij erin ging, hongeriger, nieuwsgieriger. ,,Ik ga volgende keer weer’’, zegt een vrouw. ,,Dit is gewoon verslavend!’’

Mei-inoar lêze is een gratis activiteit. Aanmelden is niet nodig. Het project loopt door tot eind mei en is op diverse plaatsen bij te wonen, onder andere in de bibliotheek in Grou, Leeuwarden, Burgum, Bolsward, Holwert, Harlingen, Joure, Drachten, Heerenveen, Sneek, in Tresoar en boekhandel Van der Velde in Leeuwarden. Voor data en tijdstippen, zie: https://leeuwardencityofliterature.nl/project/mei-inoar-leze


Het Fries Leesoffensief

Ongeveer 1 op de 7 volwassenen in Friesland is laaggeletterd. Omdat ze moeite hebben met lezen en schrijven hebben ze moeite met het begrijpen van schriftelijke informatie, het invullen van formulieren en het voorlezen aan kinderen. Friesland staat in de top drie van provincies met het hoogste percentage laaggeletterden.

Het Fries Leesoffensief wil hier wat aan doen door ‘het collectieve leesplezier een boost (te) geven en leesplezier structureel op de agenda (te) zetten’. Het doel: Over tien jaar is 90 procent van de Friezen (16-67 jaar) voldoende leesvaardig.

De Leeuwarder Courant sluit zich aan bij het offensief en komt met een serie verhalen.