Op een veldje naast het HCL staan ​​zo’n twintig ‘zitties’, comfortabele klapstoeltjes van Leeuwarden City of Literature klaar om de lezers vanmiddag op te vangen. Even na één uur staan ​​er al wat mensen met een boek in hun handen. Een beetje onwennig? Nee, dat valt wel mee. Tegenover me zitten twee jonge vrouwen die net uit de Culturele Apotheek komen, ieder met een boek in de hand. Ze maken een selfie met een mobiele telefoon, maar dan gaan ze lezen.

Bij de Culturele Apotheek, waar twee dames in witte jassen klaarstaan ​​om allerlei vragen te beantwoorden, staat nu een medewerker van de handhaving. Is er een probleem? De man lacht, het valt mee. Verderop, op het dak van de Aldehou, staat het vol met Lego-poppetjes die nieuwsgierig de Prinsentuin in kijken. Een stevig gebouwde twintiger, sportschooltype, vraagt ​​of hij de hond van een van de selfie-vrouwen mag aaien. Hij knoopt een flirterig gesprek aan. Zo komt er van lezen niets terecht! Maar tegenover mij is een kalme vijftigjarige al begonnen, ze stoort zich nergens aan, in een boek met een draak op de voorkant, het heet Wat ons niet zal doden.

Dichter bij het wandelpad zit een man met een pet een boek van Douglas Adams te lezen. Rutger van der Velde, van de boekhandel, zit aan de andere kant, in de schaduw van een boom. Het is aangenaam warm, het waait hier niet zo. Zijn telefoon gaat, hij legt zijn boek opzij. Het klinkt alsof hij iemand advies geeft. Dan loopt hij weg met de telefoon. Zou alles goed gaan in de winkel?

Een jongen van een jaar of elf zet twee stoelen tegenover elkaar om een ​​soort bankje te maken. Een goede, comfortabele houding is belangrijk bij het lezen. Maar niet te comfortabel, dan word je lui, ook niet handig. De gespierde jongeman van eerder zit nu naast een vriend op een bankje en kijkt nog steeds naar dezelfde vrouwen met de hond. Hij springt atletisch op de bank en maakt een koprol, maar hij kan de objecten van zijn verlangens niet afleiden van hun boeken. Eén-nul voor de literatuur!

Er zijn speciale kartonnen doosjes om je telefoon in te doen. Dat helpt, maar toch moet er af en toe even gekeken worden. Akke, een van de apothekers, legt uit wat ze doen, terwijl ik het veld afspeur en drie mobiele telefoons zie, waar toch echt boeken horen! “Sommige mensen lazen vroeger veel, maar nu zijn ze het kwijt.” Ze maakt een praatje met de patiënt om te kijken wat de aandoening is. Rusteloosheid? Spanning? Gebrek aan fantasie? Wat leest een ander graag? “We raden bijvoorbeeld aan om eerst een kwartier per dag te lezen en dat langzaam op te bouwen.” Zelf heeft Akke ook boeken mee. Xerox, door Fien Veldman. “Ook uit Friesland, schijnt.” Inderdaad, Fien is geboren in Leeuwarden, City of Literature!

“Zit hier iemand?” Zo rond half drie is het lezen in ‘full swing’. Alle stoelen zijn bezet en hier en daar een kleedje met lezers. Iemand leest een boek genaamd Ocean on top. Een ander is verdiept in De wind in de wilgen. Ik heb Fuortsjefinne van André Looijenga bijna uit. De vogels fluiten in de ruime, heldere lucht, de insecten wriemelen in het groene gras, de gothic moeder en dochter op het voetpad, weten ze van ons gevecht tegen de machine?

Natalia, de fotograaf, heeft zojuist een stel op een kleed gesproken. “Ze zeiden: dit is iets anders dan een boek lezen in je appartement. Het is fijn om je niet alleen te voelen.” Ze hebben een punt. Misschien is dat ook wel de magie van een mobiele telefoon, dat je je niet alleen voelt. “Ik ben geen echte lezer, maar mijn vrouw verslindt boeken”, zegt een man tegen apotheker Akke. Die denkt even na. “Verdraag jij verhalen die een beetje absurd zijn?”

Karen uit Aldegea zit net met haar man midden op het veldje. Ze heeft De bruiloft van Dorothy West bij zich. “Het klinkt als een streekroman, maar dat is het niet.” Ze werkt aan een documentaire over het slavernijverleden en dit boek past bij het thema. De vrouw met het drakenboek is verdwenen. Er is nu een man die Kennedy’s brein (Henning Mankell) in zijn hand heeft, maar uiteindelijk pakt hij zijn e-reader. Mag dat? Is dat geen machine? Ach.

Na drieën is er een moment van crisis. Steeds meer mobiele telefoons. Een lezeres op drie meter van de apotheek, nota bene, zit al twintig minuten op haar telefoon te typen, terwijl Yvonne Keuls’ Mevrouw mijn moeder naast haar ligt. Er zijn er meer, het meisje met De wind in de wilgen – een boek over de strijd tegen de moderne tijd – bijvoorbeeld, en twee dertigers met leggings ploften neer op een stoel, ze hebben geen boeken mee en zijn ook niet van plan te lezen. Al snel verschijnt de telefoon.

Leestijd is een heerlijke tijd. De Oldehove slaat drie uur. Of half vier? Overal om ons heen luiden klokken, blijkbaar loopt de tijd niet overal gelijk. Het oudere stel dat achter me zit wil iets drinken, maar de beker heeft gelekt in de tas. Ze zijn nog nooit in de Prinsentuin geweest. Het wordt langzaam drukker in het park. In de lucht hangt een wolk voor de grote leeslamp. Ik begin in Skaadhûn van Syds Wiersma.

Het stel met de e-reader heeft hapjes mee. Pinda’s, blokjes kaas, stukjes ananas, stukjes worst. Lezen en snacken gaan goed samen. De wind steekt op. Ik ben op het strand van de poëzie.

Rond een uur of vier klinkt er harde muziek vanaf de waterkant en komt er een boot voorbij met een jeugdteam van Frisia, ze zijn kampioen geworden. Hoge, luide stemmen, morgen zullen ze hees zijn. Er zijn nog steeds mensen die lezen. Wel steeds minder. Nee, geen mobieltjes, maar gesprekken. Lezers raken met elkaar in gesprek. Ook dat is mooi. Ook dat is een overwinning op de machine.

Geprogrammeerd door Leeuwarden UNESCO City of Literature in samenwerking met Norwich UNESCO City of Literature en The Book Hive. Ondersteund door het Cities of Literature-netwerk.

Waarom Page Against the Machine? Lees hier een interview met Joe Hedinger, boekverkoper bij The Book Hive in Norwich UNESCO City of Literature.

Tekst: Arjan Hut
Foto’s: Natalia Balanina