Schrijver en regisseur Philip Huff (Naarden, 1984) publiceerde vijf romans – waaronder Niemand in de stad en Wat je van bloed weet – een verhalenbundel, een essaybundel, een dichtbundel en een novelle. Ook regisseerde hij twee korte films en momenteel werkt hij aan zijn eerste speelfilm. Er is al veel geschreven over zijn barre jeugd en hartaandoening, dus die thema’s laten we op een zonnige dag in de bossen van Epe lekker aan ons voorbijgaan. Voor LETTER hebben we het over De gedichtenapotheek. De afgelopen twintig jaar verzamelde en vertaalde Philip Huff gedichten, die hij af en toe verzond aan vrienden en familie, in de hoop dat ze wat houvast zouden geven in woelige tijden. De gedichtenapotheek is een bloemlezing hiervan: vijftig troostende, verlichtende en inspirerende gedichten, elk met een eigen introductie, die resoneren met verschillende gemoedstoestanden.
Tekst en foto: Marc Knip
Je noemt poëzie een medicijn. Zelf ervoer je dat voor het eerst als liefdesverdrietige jonge jongen bij het lezen van een gedicht van Hans Lodeizen.
‘Ik bedoel dat poëzie een medicijn kán zijn. Het is natuurlijk veel meer, maar met De gedichtenapotheek belicht ik dat aspect ervan. Ik hoop dat iedereen het in zijn of haar leven wel eens heeft of zal ervaren: dat woorden je troosten, het leven verlichten, je optillen en soms zelfs laten kantelen hoe je naar iets kijkt, waardoor je datgene waar je mee worstelt los kunt laten, kunt overwinnen of zachter kunt bezien. Liefdesverdriet, bijvoorbeeld, bestaat in allerlei vormen: je relatie loopt spaak, je partner overlijdt, je liefde is onbereikbaar. Hans Lodeizen is een meester in het bezingen van dat verdriet en ik vond als kansloos verliefde puber veel troost in zijn werk. Het bijzondere is dat we opgroeiden in vergelijkbare milieus, hij in Wassenaar, ik in Naarden en Laren, beiden met een dominante vader. Dat wist ik als vijftienjarige allemaal nog niet, toch voelde ik me meteen verbonden met hem.’
Wat gebeurde er met je toen je het las?
‘Ik wist: dit is poëzie die mij kan helpen om de worsteling met het leven te verwoorden, daardoor wellicht wat beter te begrijpen en er zo zachter naar te kijken. Ik voelde: iemand begrijpt mij, ik ben niet de enige. Ik voel me een idioot, maar dat is nergens voor nodig. Ook lukte het me om op een andere manier te kijken naar wat er gebeurde: wat ik voor iemand voel, is een verrijking van mijn leven en maakt me een mooier mens, ook als het niet loopt zoals ik het wil. Wat poëzie zo bijzonder maakt, is dat het een handvol woorden is op een verder witte pagina. Een vriendin van me noemt dat het netto uitlekgewicht. Daar zitten maanden van gedachten en weken van werk in. Juist omdat poëzie iets van je vraagt, krijg je er des te meer voor terug.’
En hoe kwam jij als 15-jarige in aanraking met poëzie?
‘Ik groeide op in het geprivilegieerde Laren. Het staat bekend als kunstenaarsdorp, maar er wonen vooral veel televisiemensen, bankiers en advocaten. Laren had echter wel een hele goede bibliotheek, waar ik vaak kwam. Het deel voor volwassenen en voor kinderen was niet strikt gescheiden, dus je kon er lekker ronddwalen. Daar ligt de basis voor mijn liefde voor lezen. Ik begon als negenjarige met Imme Dros, later kwamen James Salter, Virginia Woolf, James Baldwin. Maar dat ik in aanraking kwam met poëzie, was het gevolg van een van die doorslaggevende momenten die je leven kunnen vormen, richting kunnen geven: de moeder van een vriendinnetje zag mijn liefde voor taal en gaf mij het verzameld werk van Lodeizen. Ook had ik een docente Nederlands die mij aanmoedigde bij het schrijven van mijn eigen poëzie. Ik ben er heilig van overtuigd dat zulke mensen het verschil kunnen maken. Als ik die bundel van Lodeizen niet had gekregen, had mijn leven heel anders kunnen lopen.’
Dan had je wellicht nooit een gedichtenapotheek samengesteld. Kun je er iets over vertellen?
‘Alle gedichten die ik koos, zijn in gewone taal geschreven, maar door de dichter opgetild naar een diepere laag. Ten tweede heb ik heel goed gekeken naar welke gedichten qua lengte en toon passen bij een apotheek. Mijn eigen werk zou bijvoorbeeld niet geschikt zijn, dat is vaak wat verdrietig van toon. In De gedichtenapotheek vind je voornamelijk troostrijke, levensbevestigende gedichten. Ik geef bij elk werk een korte inleiding, een indicatie van een mogelijke lezing. Daarmee zeg ik alleen dat je het gedicht zo en zo kunt lezen. Uiteindelijk is de interpretatie aan de lezer: het blijft immers poëzie.’
Wat maakt poëzie bij uitstek zo geschikt als troost?
‘Iemand heeft ooit gezegd: romans overleven de holocaust niet, poëzie wel. En daarmee werd volgens mij bedoeld dat omdat je gedichten uit je hoofd kunt leren, ze heel dicht bij je komen te staan en je door tegenspoed kunnen dragen. Poëzie heeft de kracht om aan het onzegbare te raken. Dat betekent natuurlijk niet dat je geen klappen van het leven meer ontvangt. Als mijn cardioloog zegt, lees dit gedicht maar, dan is dat natuurlijk geen oplossing voor mijn hartproblemen. Maar het kan mij wel helpen om er mee om te gaan. Poëzie, lezen sowieso, biedt hoop en kan leiden tot geluksmomenten.’
Heb je voorbeelden?
‘Ik moet denken aan het autobiografische gedicht Frühling 1938 van Bertolt Brecht, dat niet in De gedichtenapotheek staat, geschreven aan de vooravond van WOII. Brecht voelt al aankomen wat er staat te gebeuren, hij is met zijn gezin op een eilandje in Duitsland. Het is voorjaar, maar er is een sneeuwstorm. Brechts zoontje komt bezorgd binnen en samen leggen ze een zak over een vruchtboompje, als bescherming tegen de kou. De ervaring van ergens zitten en een gedicht lezen over iets dat meer dan tachtig jaar geleden gebeurd is, dat menselijkheid laat zien in tijden van naderend onheil, dat is zo mooi. Net als die keer dat ik op vakantie in Griekenland door mijn boeken heen ben en in een heel klein boekwinkeltje een prachtige roman van James Salter aantref.’
Heb je leesrituelen?
‘Ik lees eigenlijk overal. Toen ik in New York woonde, las ik altijd in de metro. Ik heb standaard een boek in mijn auto liggen. Als ik iemand afhaal van het station en sta te wachten, dan lees ik. Wat zou het mooi zijn als mensen boeken net zo zouden gebruiken als hun telefoon. Zelf probeer ik in ieder geval ’s ochtends een essay te lezen, ’s avonds een gedicht en tussendoor de rest. Je kunt de dag ook wel beginnen met doomscrollen, niets ten nadele van de krant, maar ik vind dat hoe meer tijd mensen aan iets besteed hebben, hoe meer tijd het van jou verdient. Dus ik lees liever een gedicht dan een column.’
Wat zeg je tegen mensen die poëzie willen ontdekken? Wat kan het ze brengen?
‘Ik was deze week op een school voor een lezing voor de eindexamenklassen. Ik sprak met de leerlingen in eerste instantie over mijn werk en de personages erin. Van daaruit ontstond als vanzelf een socratisch gesprek over waar al die karakters mee worstelen, wezenlijke dingen die op veel plekken ook raken aan waar de leerlingen mee zitten: heteronormativiteit, verwachtingen van ouders, noem maar op. Ik probeer dan de waarde van literatuur te benadrukken door erop te wijzen dat schrijvers als Nescio en Virginia Woolf worstelden met dezelfde dingen. En dat je met deze mensen in gesprek kunt gaan door hun werk te lezen.’
Leestips top 3 van Philip Huff



Imme Dros – Odysseus, een man van verhalen (Querido, 1995)
‘Dros vertelt het verhaal van Odysseus, ook op metaniveau: een man die woorden en verhalen gebruikt om het leven naar zijn hand te zetten. Ik was een klein mannetje met een grote mond toen ik dit boek voor het eerst las. Het was voor mij een openbaring om te zien hoe woorden de loop der dingen daadwerkelijk kunnen beïnvloeden.’
Konstantinos Kavafis – Ithaka
‘Dit is een van de mooiste gedichten die ik ken. Troostrijk, omdat het heel boeddhistisch is. Het gedicht verbeeldt op een prachtige manier dat het niet gaat om het vinden van de verlichting zelf, maar om de weg ernaartoe. Als het einddoel tegenvalt, bedenk je dan hoe mooi het pad was, wil Kafavis zeggen. Het is een meesterwerk.’
Christopher Logue – War Music
‘Een gedicht dat ik jaarlijks herlees. Het is een hervertelling van de Ilias van Homerus. War Music is een werk dat je op willekeurig welke bladzijde kunt openslaan om te beginnen met lezen. Een belangrijk gedicht in mijn leven.’