Boeken draaien in zekere zin om het openhouden van mogelijke voorstellingen van onze werkelijkheid. Leefbare representaties, maar ook onleefbare. Literatuur kan en mag (binnen de grenzen van het strafrecht), immers amoreel of immoreel zijn. Daardoor was literatuur in zekere zin altijd een soort vrijplaats, waar ook de grenzen van ons bestaan als mens verkend konden worden.
De manier waarop schrijvers dat de afgelopen paar honderd jaar hebben gedaan is, met de inzet van literaire technieken als tijd, taal en ruimte, natuurlijk enorm aan verandering onderhevig geweest. Dat heeft tot vele en extreme experimenten geleid en juist die hebben me altijd geboeid. Waar komt de roman vandaan, wat vermag de roman (nog) en welke kant gaat het op? Ik wil immers niet in het cliché vervallen dat ik op zekere dag alléén nog maar biografieën lees, omdat ik uitgekeken raakte op de roman.
Want toegegeven, er verschijnen novelles als Een klein detail van de Palestijnse schrijfster Adania Shibli of Dit soort kleinigheden van Claire Keegan die iets wezenlijks uitdrukken over een brandend actuele problematiek, maar steeds vaker raak ik als lezer van literatuur geblokkeerd. Want is het tot voor kort ondenkbare niet al lang realiteit geworden? Is het abnormale niet normaal geworden? Literatuur hobbelt misschien al wel wat achter de krankzinnige realiteit van alledag aan en deze tijden vragen om wat anders.
Bovendien snak ik niet alleen naar verlichting over hedendaagse sociaal-maatschappelijke problemen, maar ook naar een beetje schoonheid, humor, stijl en eenvoud. Van fantasy heb ik nooit gehouden, dystopische romans en andere speculatieve literatuur kunnen me gestolen worden en spannende verhalen consumeer ik liever via een streamingsdienst.
Gelukkig herkende ik de afgelopen maanden iets bijzonders in de film Perfect Days van cineast Wim Wenders en in de novelle Park Life van de prijswinnende Japanse schrijver Shuichi Yoshida. Beiden fonkelen in al hun oprechtheid en sobere stijl.
Perfect Days is een film over een man die overduidelijk een en ander achter zich heeft gelaten, al komen we er nooit achter wat dan precies. Hij houdt een aantal openbare toiletten zeer zorgvuldig fris en concentreert zich voorts op de schoonheid van muziek, boeken en bomen die hem omringen. De suggestieve kracht van de film had een betoverend effect op mij.
In de verrukkelijke novelle Park Life komt een jongeman elke dag naar een park in Tokyo. Een plek waar niet veel bijzonders te doen valt. Hij beleeft er geen opzienbarende dingen, of het zouden de bijzondere gesprekken moeten zijn die hij heeft met een vrouw die hij bij toeval enkele malen ontmoet. De novelle is net zo hard een ode aan het dagelijks leven, als een pleidooi voor vertraging en bezinning. Langzaam de woorden proeven en tot je door laten dringen en je dan realiseren welk een rijk en wijs werk deze beknopte novelle eigenlijk is.
Met woorden als ‘onnadrukkelijk diepzinnig’, ‘eenvoudig’, ‘nederig’ en zeker ook ‘hoopvol’ zouden beide kunstwerken zeker te typeren zijn. Er is momenteel veel ongemak in het leven en ook in de literatuur. Ik verlang hevig naar een tegengif, dus mag literatuur misschien weer wat meer draaien om fraaie en leefbare voorstellingen van onze werkelijkheid?
Ernst Bruinsma
Directeur Leeuwarden UNESCO City of Literature
Op de foto (door Natalia Balanina) staat het Leeuwarden City of Literature-team:
v.l.n.r.: Tryntsje van der Steege, Sito Wijngaarden, Grietje Deinum, Berber van Oyen-Peenstra en Ernst Bruinsma