Tekst: Nynke van der Zee | Foto’s: Denise Amber & Lucas Kemper
Landschapspijn: het woord werd geïntroduceerd door journaliste Jantien de Boer en beschrijft haar heimwee naar het boerenland van weleer waar bloemen, planten, vogels en insecten welig tierden. Maar hoe zit dat eigenlijk met taal? Is het mogelijk om heimwee te hebben naar een taal? Kun je een woord missen? Of nog een stapje verder: kan taal je geluksgevoel versterken?
Aan de grote tafel in de foyer van de Leeuwarder schouwburg De Harmonie zitten ArunA Narain, Pinar Gezmen en Eelco Galama. Alle drie taalliefhebbers en deelnemers aan het Pidgin Leeuwarden-project. Samen met kunstenaar Ahilan Ratnamohan ontwikkelden ze een nieuwe, democratische taal, waarin reeds bestaande talen een plek kregen. ‘Een pidgintaal is een taal die ontstaat wanneer mensen die elkaars taal niet kennen, elkaar toch proberen te begrijpen,’ vertelt Eelco. ‘Een eenvoudige taal waarin niets fout is.’
Het wij-gevoel
‘Taal is bedoeld om mensen te verbinden,’ vindt ArunA. ‘Natuurlijk kun je met handen en voeten communiceren, maar taal zorgt ervoor dat je elkaar beter begrijpt. Ik spreek Nederlands, Sarnámi, Sranang Tongo en Hindi. Zeker wanneer je dezelfde taal spreekt, kom je in een diepere laag terecht, waarin gevoel een belangrijke rol gaat spelen. Met taal creëer je een ‘wij-gevoel’, het gevoel dat je ergens bij hoort. Die diepere verbondenheid die een taal geeft, kun je nergens anders mee te vergelijken. Dat is pure rijkdom.’
‘Ik ben enorm trots op mijn taal. Het is wie ik ben, mijn geschiedenis’
ArunA Narain (47) uit Leeuwarden spreekt maar liefst vier talen: Nederlands, Sarnámi, Sranang Tongo en Hindi. Als zangeres gebruikt ze haar multilingualiteit ook tijdens haar optredens.
De pijn van taal
Een gevoel dat Pinar heel goed herkent. Tegelijkertijd ziet ze ook regelmatig de schaduwkant die een taal met zich meedraagt. ‘Ik ken mensen die hun moedertaal heel bewust hebben achtergelaten toen ze naar Nederland kwamen. Juist omdat de taal hen herinnert aan hetgeen ze zijn ontvlucht. Taal kan dus ook pijn doen. Het is vooral de setting waarin je dezelfde taal spreekt die ervoor kan zorgen dat een taal een rijkdom is. Ik spreek heel bewust Nederlands met vrienden en collega’s, omdat ik me Nederlandse voel. Ik ga niet op zoek naar Turkse communities om de Turkse taal nog te spreken. Dat doe ik alleen met mijn moeder en mijn zussen. Met hen voel ik die diepere verbinding. Dat gevoel van thuiskomen via de taal.’
‘Taal zorgt voor herkenning maar zeer zeker ook voor érkenning’
Eelco Galama (66) is geboren en getogen in Friens. Hij woonde en werkte onder andere in Libië, Thailand en Oostenrijk.
Gezien worden
Ook Eelco gebruikt de taal om nader tot elkaar te komen. Naast het Fries spreekt hij Nederlands, Liwwadders en beschikt hij over een aantal woorden Arabisch en Thais. ‘Ik heb een tijdje in Thailand en Libië gewoond. Daar heb ik altijd mijn best gedaan om de taal te leren. Door je te verdiepen in de taal, verdiep je je ook in de cultuur. Mensen waarderen dat enorm. Deze talenkennis kwam me later goed van pas toen ik als docent aan NHL Stenden Hogeschool voor de klas stond. Regelmatig hadden we studenten uit het buitenland, die ik in hun eigen taal aansprak. Wanneer ik studenten bij de deur begroette met salāmu ʿalaykum zag ik gelijk een glimlach op hun gezicht. Het gevoel van herkenning, maar zeer zeker ook erkenning dat je gezien en gewaardeerd wordt: dat kan taal met je doen.
‘Als ik boos ben, kan ik zo snel geen Nederlandse woorden vinden’
Pinar Gezmen (36) kwam op achttienjarige leeftijd uit Turkije naar Leeuwarden. Inmiddels woont en werkt ze in Groningen als operatieassistente.
Woorden missen
Of ze een woord missen uit hun eigen taal dat niet of nauwelijks te vertalen is in het Nederlands? ‘Oh ja, heel veel,’ lacht ArunA. ‘Het Sarnámi kent zoveel woorden die in het Nederlands niet bestaan. Neem het woord jhutha. Dat gebruik ik wanneer iemand anders van mijn glas heeft gedronken en ik het niet meer wil. Zo’n woord heb je niet in het Nederlands.’ ‘Wij noemen dat ziyan etmek’, vult Pinar aan. ‘De vertaling ‘vies’ volstaat niet. Het is meer dan dat.’ ‘Bjusterbaarlik is een goed voorbeeld uit het Fries,’ vindt Eelco. ‘De vertaling ‘bijzonder’ dekt bij lange na de lading niet. Bjusterbaarlik is veel meer dan dat.’
Dromen, denken en voelen
Op de vraag of taal je geluksgevoel versterkt, antwoordt het drietal volmondig ja. ‘Ik ben enorm trots op mijn taal,’ beaamt ArunA. ‘Het is wie ik ben, mijn geschiedenis. Taal is voor mij echt geluk.’ Pinar knikt instemmend. ‘Het Turks is mijn moedertaal, de taal die ik voor het eerst hoorde en sprak. De taal waarin ik droom, denk en voel. Wanneer ik boos ben kan ik zo snel geen Nederlandse woorden vinden. En een Nederlands boek raakt me lang niet zo als een boek van een Turkse schrijver. De Turkse taal is nou eenmaal de taal van mijn hart.’ Eelco neemt het slotwoord. ‘Taal is veel meer dan grammatica en woorden. Het is de manier om emoties met elkaar te delen. Een eerste vereiste om tot wederzijds begrip en understanding te komen.’
Over Pidgin Leeuwarden
Kun je een nieuwe, democratische taal ontwikkelen waarin álle reeds bestaande talen een plek krijgen? Het is de vraag die kunstenaar Ahilan Ratnamohan zichzelf stelde. In 2020 ging hij de uitdaging aan in Leeuwarden. Samen met inwoners uit de stad creëerde hij een nieuwe taal: Pidgin Leeuwarden. Pidgin Leeuwarden is een project van productiehuis Explore the North, Afûk en Leeuwarden City of Literature. Het wordt vanuit de Proeftuin Meertaligheid ondersteund door We the North. Inmiddels hebben er ook Pidgin-projecten gedraaid in Groningen en Zwolle. www.pidginx.com