Op 10 december verschijnt de bundel ‘Springtij – Gedichten over het leven met tbs’ van Tsead Bruinja. In de zomer van 2020 mocht Bruinja, als Dichter des Vaderlands, op uitnodiging van de Pompestichting, met tbs’ers en hun behandelaars spreken. Dat werden openhartige conversaties over hun jeugd, hun leven in de kliniek en de problemen waar ze tegen aanlopen. Op basis van deze gesprekken schreef Bruinja teksten die hij omschrijft als documentaire-poëzie.
In ‘Springtij’ komen de mensen die we ter beschikking stellen aan de staat zelf aan het woord, in hun eigen taal. Mensen die een vreselijk delict hebben begaan, maar ook mannen en vrouwen met wie we verlangens, dromen en ambities delen.
Over Tsead Bruinja
Tsead Bruinja (1974) studeerde Engels en Fries aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij debuteerde in 2000 met de Friestalige dichtbundel ‘De wizers yn it read’. In 2003 verscheen zijn eerste Nederlandstalige bundel, Dat het zo hoorde, die werd genomineerd voor de Jo Peters Poëzieprijs. Sindsdien publiceerde hij dertien bundels, in het Nederlands en het Fries. Zijn bundel Overwoekerd werd genomineerd voor de Ida Gerhardt Poëzieprijs. Zijn recentste bundel is ‘Ik ga het donker maken in de bossen van’ (2019). In 2019 werd hij benoemd als de zevende Dichter des Vaderlands. Hij schreef twee jaar lang gedichten bij nationale gebeurtenissen en trad op als ambassadeur van de poëzie.