Al zo lang mensen elkaar verhalen vertellen, gaan hun verhalen vooral over goed en kwaad. Daarbij is een goede afloop maar al te vaak een kwestie van hopen tegen beter weten in. En dat niet alleen omdat het kwaad net als in de ware wereld winnaars macht en profijt oplevert, maar ook vanwege de fascinerende werking die er voor de verteller en zijn gehoor van uitgaat. Het kwaad prikkelt de verbeelding en verleidt tot een blik de afgrond.
In deze lezing, gebaseerd op zijn recente boek Sympathie voor de duivel, laat Jaap Goedegebuure zien hoe Nederlandse schrijvers, van Louis Couperus tot en met Manon Uphoff, de fascinatie voor het kwaad hebben verbeeld, en hoe hun beeld van het kwaad zich verhoudt tot moraal en ethiek.
Jaap Goedegebuure (1947) was tot 2012 hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Leiden. Daarvoor vervulde hij leeropdrachten aan de universiteiten van Berlijn, Tilburg, en Nijmegen. Hij schreef biografieën over H. Marsman en Frans Kellendonk, monografieën over Jeroen Brouwers en Cees Nooteboom, over de literatuur van de negentiende en twintigste eeuw (Decadentie en literatuur,1987, Nederlandse literatuur 1960-1988,1989, Nieuwe zakelijkheid,1992) en over de relaties tussen religie en literatuur (De schrift herschreven,1993, De veelvervige rok,1997, Nederlandse schrijvers en religie 1960-2010, 2010, Wit licht, 2015). Hij is literatuurcriticus voor Trouw.
Kaarten (10 euro) zijn te koop op de website van Filosofiecafé Fryslân.
Foto: Koos Breukel
Visit website → 
         
           
          